Na de tweede wereldoorlog

Toen er in 1944 weer rust was in het land, vonden we tijd om terug te starten met de fanfare en de concerten. A. Cattoir en Arsène Sabo verschenen op de planken voor blijspelen en kluchtliederen. Het St. Ceciliafeest ging ook terug door, waarbij onze voorzitter Desiré Poppe zijn gouden jubileum vierde. Er volgden uitstappen naar Veurne, Knokke, … en bonte avonden met F. Bourgoy, A. Dauwe, L. Van de Voorde, A. Van Achte, L. De Pape, H. Buysse, A. De Causemaecker en de hele bende.

Vlaamse kermis

In 1947 werden de eerste kepies aangekocht en startten we met een Vlaamse kermis in samenwerking met de V.V.Klauwaerts in de boomgaard van Petrus Van de Velde, om geld in het laatje te brengen. De daarop volgende jaren ging de kermis door in de hof van de familie Van de Wattijne tot in 1966. Op het St. Ceciliafeest werden maar liefst 8 verdienstelijke muzikanten gedecoreerd. In 1952 werden de erevoorzitter (en burgemeester) G. Dhanens en bestuurslid M. Haverbeke gedecoreerd voor hun zilveren ambtsjubileum.

 
Op 26 juni 1955 werd het 150-jarig bestaan gevierd en in 1956 riep de voorzitter Desiré Poppe tijdens de bestuursvergadering de muzikanten op om geregeld de repetities bij te wonen. De secretaris kon het niet laten om in de boeken ook te vermelden dat “alle bestuursleden (per uitzondering) aanwezig waren”.
 
In 1957 werden de concerten van op de kiosk vervangen door wandelconcerten door de straten van Bassevelde

Firmin De Wilde

De belangrijkste persoon in de naoorlogse geschiedenis van de maatschappij is ongetwijfeld Firmin De Wilde. Hij werd in 1961 als jong afgestudeerde onderwijzer in Bassevelde binnengehaald, en hij kreeg als speciale opdracht de slabakkende muziekmaatschappij (die toen nog een 6-tal spelende leden kende) terug op de rails te zetten. Hij zou de harmonie veel baat bijbrengen gedurende een dirigentschap van 30 jaar. Als onderwijzer aan de Gemeentelijke Jongensschool zat hij aan de bron om kinderen warm te maken voor de muziekmaatschappij.
 
In 1969 werd een majorette- en trommelkorps opgericht en alle dames zetten zich aan het werk om de majorettes te kostumeren. Tevens werden alle muzikanten en trommelaars van een nieuw groen kostuum voorzien. Op 13 september 1970 vond het eerste optreden van ons majorette- en trommelkorps plaats op het internationaal muziekfestival in Bassevelde. Van 1970 tot 1992 stonden onze majorettes onder leiding van respectievelijk : Anne-Marie Bauwens, Martine Roegis, Marie-Thérèse Van Zele, Esmeralda Tourny, Lieve Tourny, Isabelle Braeckman, Sabine Dhaese, Jo Vermeire en als hulp-hoofdmajorette Annick Haverbeke
 
In 1970 verschijnt het kontaktblad ‘De Toeteraar’ voornamelijk verzorgd door de toenmalige secretaris Arsène Kerckhaert.
 
In 1972 worden voor het eerst muzikanten toegelaten op de bestuursvergadering. Een grote stap!!
 
Vanaf 1973 wordt op dringende vraag van dirigent De Wilde overgeschakeld op de nieuwe diapason.

Elien Bauwens 

Van 1970 tot 1977 kende de fanfare een nogal excentrieke voorzitter. Bauwens, een zelfstandige in sanitaire installaties, zorgde er mee voor dat ons huidig lokaal, dorp 82, werd omgetoverd van een wooncafé naar een muzieklokaal. Om onze instrumenten een onderkomen te geven werd er achteraan nog een zaaltje aangebouwd met onder andere een keukentje. Deze werken werden allen uitgevoerd door muzikanten en bestuursleden
Verschillende jaren hadden onze muzikanten geoefend in de Kaprijkestraat bij Bauwens, in het café en het zaaltje van Leon De Splenter, in het café van de familie Haers, in het café Krüger in de Kraaigemstraat en in de Parochiezaal. Op 20 november 1974 hielden we de eerste repetitie in ons eigen huidige lokaal op het Dorp en op 8 maart 1975 hielden we er de plechtige opening van.
 
Ook de uitstappen naar Bobbejaan Schoepen en de meerdaagse reis naar het Zwarte Woud in Duitsland spraken in die periode tot de verbeelding. De fanfare bloeide als nooit tevoren….

Verbroederingen

In 1975 starten de verbroederingen met het “Musikverein Rentrisch” en vanaf 1981 ook met de “Jägerkapelle Erfweiler” (beiden uit Duitsland). Regelmatig werd er een 4-daags bezoek gebracht aan Duitsland of zijn onze Duitse muziekvrienden te gast geweest in Bassevelde. Het laatste bezoek dateert van 2002 toen Erfweiler op bezoek kwam.
 
In 1980 werd met veel luister het 175-jarig bestaan gevierd. Het dorp zag ‘zwart’ van het volk toen veel bevriende muziekkorpsen uit de streek al dan niet met majorettes ons feest kwamen opluisteren.
We telden op dat ogenblik 92 actieve leden waaronder 38 muzikanten, 15 trommelaars en 28 majorettes.

Jaren 80

Na ons 175-jarig bestaan brak een periode aan van stabiliteit. We deden zeer veel uitstappen, waarbij dikwijls gebruik werd gemaakt van een dubbeldekbus. De ‘oudjes’ mochten het benedendek bevolken, terwijl de ‘jeugd’ steevast naar boven trok. Later werden dan ook heel wat huwelijken bezegeld tussen deze jonge muzikanten en majorettes….
Rudy Claeys als voorzitter en Luc De Pauw als secretaris trokken, geflankeerd door een verjongd bestuur, toen de kar.

Nationaal kampioen

28 februari 1988 was een hoogdag voor onze fanfare. We wonnen in Neeroeteren de titel van ‘Nationaal Kampioen eerste afdeling fanfare’ met 87% van de punten.
 
In 1988 ging de maatschappij ook op reis naar Polen, dat toen nog achter het “IJzeren Gordijn” lag. We werden zeer warm onthaald in de troosteloze mijnstreek van Katowice en er zijn nog steeds contacten met onze Poolse gastgevers.
 
In 1989 werd Michel Fordeyn verkozen tot nieuwe voorzitter.

Uitmuntendheid

In 1990 kon de fanfare zich voor het eerst in haar bestaan plaatsen in de categorie ‘ uitmuntendheid ‘ op het provinciale muziektornooi te Eeklo en dit gedurende acht jaar.
 
Ook in 1990 verscheen het eerste nummer van “'t Muzikantje”. Bedoeling was om onze public relations met de steunende leden en de Basseveldse bevolking in het algemeen te verzorgen, een blik achter de schermen te bieden en sympathisanten voor een actief verenigingsleven warm te maken.
 
In 1991 werd iedereen in een nieuw kostuum gestoken en omdat het lang geleden was, organiseerden we bij deze gelegenheid een muziekfestival in Bassevelde.
 
In 1992 houdt het majorettenkorps op te bestaan wegens tanende interesse van de plaatselijke jeugd.

Aankoop lokaal

In april 1993 wordt de vzw Muzieklokaal opgericht. Het doel is de aankoop van het muzieklokaal.
 
In Maart 1994 is het eindelijk zover. Het repetitielokaal gelegen in het dorp nr 82 wordt eigendom van de Koninklijke Harmonie St.-Cecilia..
Om deze aankoop te financieren worden heel wat initiatieven genomen, waaronder de organisatie van muzikale wagentochten door de straten van Bassevelde. Tijdens deze wagentochten werden zuivelpakketten aan de man-vrouw gebracht die werden gesponsord door zuivelgigant Campina.

Jeugdwerking

In 1995 werd onder impuls van Alex Vercauteren een werkgroep opgericht die een vernieuwende jeugdwerking moest uitbouwen. Koen Van De Velde, Cecile De Graeve, Pedro Haers en Gunther Boerjan stapten mee in het project.
Al snel volgde resultaat: in september 1995 volgden elf leerling muzikanten les aan de muziekacademie te Eeklo. De leerlingen werden door talrijke vrijwilligers honderden keren heen en terug gebracht. Vier jaar later zouden de eersten hun eerste concert meespelen met onze Harmonie.
 
Op 10 mei 1997 vierden André en René De Bock hun gouden jubileum als muzikant. De graag geziene broers die zo goed konden vertellen over ‘ den tijd van toen ‘.
 
Eén jaar later was het de beurt aan Lucien en Henri Van De Voorde. Ter gelegenheid van dit jubileum schreef toenmalig secretaris Luc De Pauw een ludieke tekst. Dat het niet mogelijk was dat twee zulk een kloeke gasten reeds zestig jaar muzikant waren gezien hun “ jonge toestand “…
 
Op 8 mei 1999 was de lening van ons muzieklokaal afbetaald, nu mochten we met fierheid zeggen dat het “ons” lokaal was geworden.

Hessel de Groff

Ook in 1999 werd het dirigentstokje doorgegeven aan de huidige dirigent Hessel de Groff. Op 18 december 1999 gaven we een afscheidsconcert voor Firmin De Wilde na 40 jaar dirigentschap. De minister van cultuur, Bert Anciaux, liet de erkentelijkheidmedaille van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap uitreiken door Fedekam-vertegenwoordiger Leon Laureys.
 
In 2002 kregen we eindelijk onze eerste vrouwelijke secretaris. Cecile De Graeve was de “gelukkige “ om dit vele werk met grote inzet aan te pakken.
 
In 2003 consolideerden we ons vaandel van 1805 en “den drapeau” van 1865. Er werd een overeenkomst gemaakt met het Gemeentebestuur voor de overdracht van deze historische stukken.

Harmonie

In 2004 schakelde de fanfare geleidelijk over naar Harmonie. Vooral bij de jeugd die voornamelijk bestond uit meisjes, lag de interesse meer bij houten blaasinstrumenten ( saxofoons, klarinetten, dwarsfluit ) dan wel bij de grote kopers.
Uiteindelijk kwamen we terug waar alles begon: de Koninklijke Harmonie St.-Cecilia, niet enkel in woord maar ook in daad.

Viering 200 jaar 

In 2005 vierden we ons 200-jarig bestaan.Talrijke activiteiten werden gepland gedurende het ganse jaar. Het hoogtepunt was de heropening van de gerestaureerde kiosk met de nodige luister en de taptoe door de straten van Bassevelde door verscheidene korpsen uit de streek.
Bij het afsluiten van de taptoe werd op het dorpsplein de mars ‘Ilse ‘ uitgevoerd door alle aanwezige muzikanten. Een mars gecomponeerd door dirigent Hessel de Groff als aandenken aan Ilse De Pauw, muzikante en dochter van onze toenmalige secretaris Luc De Pauw die enkele maanden voor deze viering plots was overleden.
 
Op vrijdag 11 februari 2005 werden de reproducties op doek van het vaandel en de drapeau opgehangen in ons muzieklokaal.
 
Op 2 oktober 2005 speelden we in CC De Stroming te Sleidinge een dubbelconcert met de muziekvereniging uit Breskens/Groede. Verschillende mensen van deze vereniging sloten zich later aan bij onze maatschappij door de uitzonderlijke sfeer van vriendschap die ontstaan was na deze concerten.
 
Mei 2006. Ondanks de overgang van fanfare naar harmonie klasseerde onze maatschappij zich terug in eerste afdeling op het concours in de Herbakker te Eeklo. Een prestatie zonder voorgaande.
 
Om die prestatie te vieren, werd in mei van dat jaar een driedaagse ‘repetitie’uitstap naar Houffalize georganiseerd. Volgens latere geruchten kwam er van repeteren echter niet veel in huis en jaren later werden verhalen over deze uitstap, met de nodige kruiden gespijsd, nog graag opgerakeld aan de toog.