Laat ons beginnen met de geachte lezer ervoor te waarschuwen dat dit verslag andermaal een resumé omvat van persoonlijke indrukken. Dat komt er natuurlijk van als ’t altijd dezelfde is die de verslagen schrijft. Laat het u niet ervan weerhouden zelf ter gelegenheid de pen (of het klavier) ter hand te nemen, en – mocht de algemene sfeerschepping u aanspreken – ons gezelschap op te zoeken en u bij ons korps aan te sluiten!
Ik vraag ook uw begrip voor het soms afwijkende taalgebruik. U mag het weten: Mijn kennis van het Algemeen Beschaafd Nederlands is niet meer 100% up-to-date (aderverkalking of ’t begin van dementie?) , en ik koester dan ook geenszins schuldgevoelens wanneer er al eens een zinssnede of woord afkomstig uit het onvolprezen Basseveldse dialect de tekst is binnengeslopen.
AANZET MET HAPERINGSKENS
Carnaval Assenede is gezien het vroege tijdstip in het voorjaar altijd een dubbeltje op zijn kant wat de meteorologie betreft, maar in 2009 hadden we geluk: ’t Zonnetje scheen en de temperatuur was best leefbaar na alle koude dagen die we tijdens de uitzonderlijk lange winter hadden mogen verduren.
Een ander carnaval-gerelateerd fenomeen waar uw dienaar jaarlijks opnieuw bijzondere aandacht moet voor hebben, zijn IFO’s = Identified Flying Objects. Het betreft vliegende spekken en flokken, confetti-met-modderballen en andere vuiligheid waarmee sommige mensen uit het publiek graag gooien naar muziekinstrumenten met een grote opening. Wanneer ge tijdens een carnavalstoet met een bombardon of suzafoon over straat wandelt zien sommigen u blijkbaar aan als mobiele vuilbak …. Da’s nogal eens een imago hé? Ivago ja ….
Echter, vorig jaar had ik er voor het eerst in mijn carriëre als bassist geen last van gehad: Ons Tante Jeannine – die achter de schermen altijd goeie dingen doet voor ’t Muziek – had gezorgd voor een groot rond vangnet met ingebouwde rekker om het volledige klankgat van mijn suzafoon af te sluiten. Succes verzekerd, mijn instrument was zuiver gebleven!
Na de stoet van vorig jaar had ik dit kostbare beschermweefsel dan ook zorgvuldig aan de kant gelegd, waarna ik het in de loop der maanden ontelbare keren opnieuw ben tegengekomen: Tijdens ’t zoeken naar kleren om te gaan werken, bij mijn jaarlijkse schoonmaak, tijdens het zoeken naar de muskusrat die een paar weken in mijn living heeft vertoefd en even plotseling is verdwenen, en ook gewoon tijdens het passeren naar boven. Ik was er dan ook doodgerust in dat ik het ding op 1 maart ’s middags bij het vertrek naar carnaval onmiddellijk zou terugvinden ….
Niet dus. Klokke 14h00 stond ik kant en klaar in uniform en plastron aangeknoopt, instrument en partituren doch … zonder beschermnet. Nog even doorgezocht - niet te vinden. Uiteindelijk met de moed in de schoenen en dan toch maar richting dorp vertrokken, niet erg opgezet met het vooruitzicht weer eens bekogeld te gaan worden met het vuil van de straat.
Eénmaal bij ’t café van de afspraak aangekomen, wachtte me een tweede onaangename verrassing: ’t Muziek was al vertrokken !!!! Ikke dus rondvragen bij de mensen of ze toevallig geen blauwe fanfare hadden zien passeren, en dan maar richting Dijkstraat waar de stoet zou starten. Ge kunt u natuurlijk de hilariteit onder de mensen voorstellen die enige minuten na de eigenlijke fanfare, zo’n achterkomer met een suzafoon door de massa zien ploeteren …
Eénmaal aangekomen in de Dijkstraat vond ik dan ook dat ik een biertje had verdiend, dus even in de Smesse binnengewipt om in het nodige te voorzien … Vrij spoedig hierna ging de stoet van start, we dienden dus rijen te vormen en éénmaal op pad klonken weerklonk in de Hoogstraat de eerste Basseveldse mars. ’t Moet gezegd, in tegenstelling tot vorige jaren zat er behoorlijk vlot beweging in de stoet. Er was geen oponthoud in het dorp en ook de Kasteelstraat en de omgeving van de Trieststraat konden vlot worden doorgewandeld. Ook met de IFO’s viel het reuze mee! Geen confetti en geen snoepgoed in de bas, ondanks de afwezigheid van het vorig jaar gekoesterde vangnet. Eén enkele vermaledijde stond met een spuitbus in de aanslag en slaagde erin vieze gekleurde pasta-slierten over mijn instrument en uniform te spuiten, doch die bleken gemakkelijk weg te kuisen.
Stilaan begonnen de muzikanten dorst te krijgen. Daar is niets mis mee, stappen en musiceren tegelijkertijd kost namelijk vrij veel inspanning en dus ga je onder zo’n zwaar uniform zweten. En gezien je in een blaasinstrument hard moet blazen verlies je ook daar vrij veel waterdamp. Het is dus niet meer dan normaal dat er onderweg voorzieningen worden getroffen voor een verfrissing, en sedert vele jaren is het de gewoonte in Assenede nabij de brandweerkazerne even halt te houden voor een biertje of een frisdrankje, waarin ondergetekende telkens met plezier voorziet.
Het had wellicht niets met ons drankverbruik te maken, maar nét op die plek viel de stoet ook helemaalstil. Het leek wel alsof de eerste vlotte kilometers moesten gecompenseerd worden, want maar liefst 20 minuten stond dit deel van de stoet in de Molenstraat, de Oude Gentweg en de Nieuwestraat compleet geblokkeerd. De meeste muzikanten vonden dan ook de tijd om nog een tweede biertje te nuttigen …. tot gezondheid van uw dienaar, die zich de vorige jaren altijd genoodzaakt zag ’s anderendaags de overschot op te drinken ….
Na deze lange pauze liep de stoet opnieuw vlot, en in een minimum van tijd was ook de rondgang via Kapelledreef en Dijkstraat voor elkaar. Na de gebruikelijke acte de présence voor het balkon van het oude stadhuis werd de stoet ontbonden en vonden de deelnemers hun weg naar de overvolle Asseneedse café’s. Over het algemeen was iedereen onder ons het erover eens dat dit best een aangename carnavalstoet was geweest, en om dat extra in de verf te zetten hebben we er na afloop als vrienden onder elkaar nog wat biertjes op genuttigd.
Tot volgend jaar!